Friday, 24 December 2010

24122010



langs half gesmolten sneeuw en galopperende
paarden, tussen kale bomen, groene bomen,
gele bomen

en de lege trein die beige door
mijn land rijdt

mijn land van katten en dromen
en schaatsende auto's vol truien
en gesprekken van moeders en vaders
bij een boom van herten en plastic wit

en ik galoppeer
bij de paarden met bevroren flanken
ik adem luid (ik zie mijn adem stomen)
ik galoppeer
ik vries niet vast
ik sta niet stil.

(dat moet ik denken hoor. en dat is ook zo.
want de dichter heeft de waarheid in pacht.)

Wednesday, 22 December 2010

Geen Titel 45


- brown paper packages, tied up with string -

Monday, 20 December 2010

20122010

de nacht is wit, en het land staat stil
(gedempte klanken in de straat, in de hal)
hier is het warm, in de lakens van mijn bed

de brieven die ik lees
de noten die ik hoor
de kleuren die ik zie

(rood en roze, sterrenstelsels voor mijn
ogen, de nacht is wit en de
jongens van mijn dromen spreken)

Saturday, 11 December 2010

11122010

Mijn schedel is niet hol
Iemand slaat een gong
ECHO van ijzer
koperentrillingendrillen
zich een weg door mijn haren
door mijn oren
GONGONGONGECHO

Ik had plezier, maar nu ben
ik ziek. De lucht is vochtig,
de trein is traag. Het is net
alsof iedereen de stad verlaat.
Een baby huilt. hoofdpijn.

Tuesday, 7 December 2010

08122010



Ja, wat is liefde?
Een wind die suist in de rozen,
nee, een gele fosforescentie in het bloed.



K.Hamsun, Victoria




Saturday, 4 December 2010

04122010

För er alla, som jag funnit eller finner glädje i
och bevarat som bilder på själens ikonostas,
höjar jag mitt kranium fyllt av poesi som en kalk
med vin från bordets viloplats
(...)
Minne!
Här ska dom frängas i hjärnens salong
med ögon fyllda av glittrande skratt
oändeliga köer av alla jag tyckt om.
I bröllopsskrud ska vi klä denna natt.

Från kropp till kropp ska glädjen stråla.
Den här natten ska aldrig bli glömd.
Jag ska resa mig upp och spela med min egen ryggrad
som flöjt.

mayakovski

15112010

mijn land staat vol water
(een koning werd geboren)
mijn land is nu zee

en ik zal voor hem zorgen
en ik zal hem graag zien,
uw A., mijn koningskind.

voor M.

Tuesday, 12 October 2010

12102010

Ik droomde ooit van treinreizen zoals deze, Nora. Treinritten die je bij ons niet maken kunt. Treinreizen naar het onbekende, over water en land; door tunnels en rode steden. Jij weet goed wat ik droomde, dat vroeg je toch steeds. het park, aan de banken. Het was toen te koud, bij die fontein. We dronken wat en lachten luid. “Daar droom jij van? Van treinreizen?”, terwijl de wind het fonteinwater in onze haren blies. Ja, daar droomde ik van. Dan keek ik uit het raam en zag de wolken. Roze wolken, paarse wolken. Wolken die verdwenen en wolken die verschenen. Opbollende wolken, explosies in de lucht. Torens van pluis en waterstof. En de trein die ruist, en de trein die rijdt. De trein die muziek geeft aan de wolken. De wolken zijn muziek, Nora. De wolken zijn muziek. En ze blijven maar spelen, melodieën, geen explosies. Symfonieën en improvisaties. Kandinsky trekt de strepen en de natuur speelt verder. Muziek, geen beelden. Niets statisch, maar klanken die vervagen en verkleuren in de zon. Notenbalken, concerto’s boven zee, zwanger van water, lucht en elektriciteit. Zo droomde ik van die treinen, Nora. Nu kijk ik door het raam en zie ik de wolken.
De wolken zijn hier anders. Ze zijn niet zwanger van westenwind. Ze zijn mager en vegen de lucht schoon. Borstels in de lucht. Kssj, kssj. Is dat de trein of zijn dat die wolken? De trein, de wolken, kadans kadans! De wolken die jagen, de wolken die vegen. Ze nemen geen zout mee van de zee, maar de wind sleept ze door Kattegat, door Skagerrak. De wolken schuren de kusten hier plat. De kusten zijn vlak, net zoals de onze. Heel vlak. Nog platter zelfs. (maar zonder hoge torens) De duinen zijn hier weggewaaid. Hier spelen geen kinderen, hier staan geen flatgebouwen, maar naaldbomen. Donkergroene naaldbomen aan een blanke kust, een witte kust, een kust die de mijne niet is. De bomen vliegen, de wolken glijden, de zee die golft en slaat. Mijn hersenen halen trucs uit met mijn ogen. Ze zien alles ruisen. Strepen, strepen, witte, roze, groene strepen. Kadans kadans. Kssj, kssj, roetsj, roetsj, nevelpluis. Dit nieuwe is niet eng, je hoeft niet bang te zijn. Dit nieuwe is niet als een zaal vol nieuwe mensen, of een straat met oude gekenden. Het is zo nieuw dat ik nog niet weet wat ik moet denken. Als een baby die leert stappen. Enthousiast tot zijn eerste val. Maar ik ben nog niet gevallen, hier, in ‘t noorden viel ik nog niet. Hier ken ik de gezichten niet, ze kijken me niet aan, strepen op de fiets-iets-iets. Het is niet vroeg meer, maar de zon hangt laag en schijnt tussen het graan op de velden. De wolken zijn nog roze. Ze zijn zelfs blauw. Zag jij al blauwe wolken? De reflectie van de treinramen, zal je denken. Nee, blauwe wolken! Blauw! Blauw zonder zon. De zon is nog tussen ‘t graan. Geen damp op de grachten, geen spits op de wegen. De mannen rusten nog, de vrouwen zijn gaan werken en de wolken pakken samen in het oosten van dit land, waar ik heen moet gaan.

Geen Titel 44

Tuesday, 21 September 2010

21092010

we aten suikergoed van je roze, geel en rood
de wolken waren van oranje
de mist hing laag, rond de koepel van justitie

van een beetje caspar david friedrich
is nog nooit iemand dood gegaan.

Saturday, 18 September 2010

Sunday, 22 August 2010

22082010

Ik wil graag fietsen in de provence.
Lavendel en graan en lichtbruine kerken.
Een nazomer in het zuiden.

Met ceders en pijnbomen.

En nu? Wat is er nu? Morgen is er onweer.
Gaan we gauw samen liggen?
Platen luisteren.
In de zon, zon, zon zien zakken in de zee.

voor N.

21082010

Slaap als een reus
Slaap als een roos
Reuzeke Rozeke

Herinnering in dozen
Dat smaakt zo zoet,
maar 't doet u tranen
't doet u draaien,
maar 't smaakt zo zoet.

Slaap als een roos
SLaap als een reus
Reuzeke Rozeke

bedankt, PvO


Tuesday, 17 August 2010

Monday, 16 August 2010

+32etc.

il n'y a pas de hasard,
il n'y a que des rendez-vous
Paul Eluard

Hier is het goed, met mensen in auto's en velden met kapellen. Akkoord, de lucht is vochtig, maar een schoner wolkendek, dat vindt ge niet. Dat hangt zwanger boven de graven en de huizenlinten maar niemand die hun blos nog kan zien. Het regent, het regent, de pannekes worden nat. Nat van geilheid, blijheid, van den elketriek in de lucht. Oh! Die wolken. Mist op de vaart, rijm in het gazon van juffrouw en doctorandus.

De wolken zijn de schilders beste vriend. Het gebrek aan adembenemend landschap doet ons dromen en creëren. Maar schrijven? Taal vastzetten in boeken en wetten die werken? Dat wil niet lukken. We zitten als zwijnen dicht bijeen, we kunnen niet in stilte denken, want daar is Josée achter het gordijn en Kato op de fiets met Luca erachter aan. En de wolken die vliegen, mager of zwanger. Ze bevruchten 't land van onze aarde, zandlemigzoet Vlaanderen, zwijnenkot aan de Noordzee. Geen dijken, Ruhrgebieden of wijngaarden, maar vaarten en halve ringen en treinen die rijden en stoppen dat het een lieve lust is. Dit microland is van ons en we kijken naar de patatten die we rooien, bruneren en sauteren, gratineren of versnijden. Ne mens moet iets in handen hebben, hé! Want van de lucht en de liefde gaat ge niet leven. Doe goed en doe voort. Zo worden de patatten ons hoogste goed, en de velden ons erfdeel.
De boeren zijn nu garagisten, kleine zelfstandigen en burgemeesters in mooi pak. En we juichen voor coureurs rond een kerk van holle woorden en lege graven. Kapel, zwijn en aardappel. Maar nog steeds die wolken, die over Oostende golven en neerslaan op de polders. Ze zwellen en groeien en breken boven Brabant, waar wij elkaar zagen.
Een goed gesternte bestaat hier niet, hier zijn geen nachten. Knipperlichten, flitslichten, lichtlinten zijn de grenzen. Onzichtbare grenzen, gerespecteerd door mens en beest. Ik zeg hie en gij zegt gie en dich en mich en ik begrijp je niet, maar dat is goed, want de koers verbindt ons allen. Allez, santé, circulez.
Ik denk dat de wolken rond mijn hoofd hangen, maar ze zakken. De mist hangt niet meer voor mijn ogen. Ik zie de zon, daar ginds, in 't noorden. Gek! De zon die komt daar niet! En toch, dat magisch licht met groen en blauw en ijskristallen. Soms komt het licht vanuit het westen. Dat schone westen. Mensen spreken hier veel, maar zeggen zo weinig. Want, wat valt er te zeggen? Ik vermoed weliswaar niet dat jouw licht vanuit mijn glottale heimat komt, maar van nog verder. De golven zijn daar groen, allicht, dat denk ik toch, groen als de dame die hen bewaakt. Daar zijn bergen en zeeën en men begrijpt elkaar! Het is zo ver, uw westen. Al denk ik dat mijn westen evenzeer ver van de wereld verwijderd is. Goed beschermd tegen de vooruitgang en milieuactivisten. Je kan wel schuilen in jouw oosten, en weg zijn van ons Brabant. Maar geschiedenis is hier ons water. Wij drinken en wij eten historie. Van Goedendagen en de loopgraven, van de Walen en de Duitsers, van het secundaire onderwijs en gebroken harten, katers en Katrina's. Vluchten gaat hier niet, men kan hier niet pauzeren. Want het gaat vooruit, al staat het land heel stil en schuifelt het vooruit naar Echternacht.
De zingende bossen van het noorden lokten me en bezweerden mij met stiltes die ik niet kende. De wolken zijn nog in mijn ogen, maar drijven over andere landen. Ik zie de wolken ook bij jou, jij gaat ze zien dalen en wenen boven Nieuw Engeland, met zoete herfstdagen en meedogenloze winterdagen. Het isolement dat wij niet (meer) kennen doet ons goed. Een nieuw begin. Een mens leeft wel drie, vier keer! Met verhalen van een continent dat nu wat ligt te kermen in prachtig puin. Met verhalen in een continent, het nieuwe Rome,dat blinkt in chroom en staal!

Wij blijven hier, de vloed verzwelgt ons niet, van 't weer gaan wij niet dood. De klei van ons zoet vaaderland plakt nog aan onze schoenen, maar 't is geen lood niet meer. Nu gaan wij vliegen. De klei houdt ons samen, de wolken doen ons denken aan onszelf, ons oude zelf, ons aloud taaltje van smout, vet 'espe en spel en daar in't groene boekenhout liggen geheimen verscholen. Geheimen die aan het licht komen, zodra we over de heuvel van 't groene gras kijken. Daar is 't vlakke land van bier en frieten, van coureurs en ijskreemstranden. Ons huis is waar de wolken drijven, de klei die doet ons vluchten, de klei die ons doet vliegen.

Het ga je goed, ginds.

Monday, 12 July 2010

Geen Titel 41

12072010

Dat de regens zijn gekomen is niet zo gek. De wolken kwamen van over de grens, en pakten zich samen boven het station. Het zand vloog op en de mensen schuilden samen. De bomen dansten, maar de takken wilden niet mee. Een krampachtig NEE zwiepte door de lucht, op de sporen, op de daken van de stad. Het stof en de ozon sneden in mijn wezen, in de voegen van de straat. Het huis is koel en goed, en de auto's glijden voorbij. De hemel is wit, maar de donder blijft kraken. Laatst daverden de ruiten van 't huis, toen ik naar een zwart-wit film keek. Een goede film, met mooie beelden en goed belichte vrouwenkapsels. Het licht, dat bleef maar kraken. Het duurt niet lang meer voor ik ga. Alle flessen zijn leeg, de vrienden bezocht, ook jij (dat schrijf ik je nu, ik ga je straks bezoeken) De regens blijven komen. Après moi, le déluge.

Sunday, 4 July 2010

04072010

Aber es gibt hier etwas, was furchtbarer ist: die Stille. Ich glaube, bei große Bränden tritt manchmal so ein Augenblick äußerster Spannung ein, die Wasserstrahlen fallen ab, die Feuerwehrleute klettern nicht mehr, niemand rührt sich. Lautlos schiebt sich ein schwarzes Gesimse vor oben, und eine hohe Mauer, hinter welcher das Feuer auffährt, neigt sich, lautlos. Alles steht und wartet mit hochgeschobenen Schultern, die Gesichter über die Augen zusammengezogen, auf den schrecklichen Schlag. So ist hier die Stille.
Ich lerne sehen. Ich weiß nicht, woran es liegt, es geht alles tiefer in mich ein und bleibt nicht an der Stelle stehen, wo es sonst immer zu Ende war. Ich habe ein Inneres, von dem ich nicht wußte. Alles geht jetzt dorthin. Ich weiß nicht, was dort geschieht.

RMR malte laurids brigge

Thursday, 1 July 2010

01072010

voor L

this is the poem of a smile
as suns so bright in eastern lands
where deserts are the seas

the northern bears dance just
as strong, it shifts as westborn winds
pacific cliffs, patagonian depths,
the winds, the sand, the rain
mold it into shape

a southern sound, the trees are
singing, this poem of a smile

Wednesday, 16 June 2010

16062010

Zee… Hier leef ik pas. Vindt in de zee zijn element. Altijd alleen zijn. Jong en alleen. Zee en alleen; oog in oog ermee, blauw overal, op en neer, als ademhalen. Geen branding: intiemer, - en grootser tegelijk. Klein behuisde zee, maar méér zee dan wat daar buiten de zeegaten bruist. Waarom? Omdat 't afgesloten is door basalt en drie eilanden, omdat men er niet meer uit vandaan kan, omdat de tegenstelling met de uitgestorven straten en stegen van Lahringen meer huivering wekt dan met duinen, fjorden, falaises. Zo voel ik 't. Laat me ook maar eens wat voelen, ik zal 't nooit weer doen. Zo. Droge steen uitzoeken, sit down and begin to crack. Ai, krakende botten, verduiveld. Oom Visseg voor de wijde waterplas: thou art nature's punchinello, full of fun as Puck could be, Harlequin might learn of thee.

S. Vestdijk - Meneer Visser's hellevaart

Geen Titel 40

Sunday, 6 June 2010

07062010

Sie zu lieben, mein Freund,
ist eine hohe Kunst
Ein komplizierte Solotanz,
den nicht jeder fertig bringt.

Man ist allein in der Liebe.
Man darf nicht
mit Erwiderung rechnen, sonder,
die Liebe muss schon
an sich das Beglückende und das Erfüllende
sein.

aus 'Die Manns: Ein Jahrhundertroman' (2001)

Friday, 28 May 2010

27052010


de zon is hoog, met wolken en ogen
ze slaat op de duinen, op de akkers
waar de mensen staren, met de enkels
in de aarde

de teugels van haar paarden staan gespannen
de regels van haar taal zijn los, maar
geen die haar begrijpt
en zij legt zich neder

de bescherming van het land, haar omhelzing,
de kracht van haar stilte doen mij goed,
naar haar keer ik weder

Tuesday, 25 May 2010

Geen Titel 39










They came flyin' from far away, now I'm under their spell
I love hearing the stories that they tell
They've seen places beyond my land and they've found new horizons
They speak strangely but I understand

And I dream I'm an eagle
And I dream I can spread my wings
Flyin' high, high, I'm a bird in the sky
I'm an eagle that rides on the breeze
High, high, what a feeling to fly
Over mountains and forests and seas
And to go anywhere that I please

As all good friends we talk all night, and we fly wing to wing
I have questions and they know everything
There's no limit to what I feel, we climb higher and higher
Am I dreamin' or is it all real

Is it true I'm an eagle
Is it true I can spread my wings
Flying high, high, I'm a bird in the sky
(I'm an eagle)
I'm an eagle that rides on the breeze
High, up high, what a feeling to fly
(What a feeling)
Over mountains and forests and seas
And to go anywhere that I please

ABBA - Eagle

Sunday, 23 May 2010

23052010

veel meer dan een kop thee
en een mens in de kamer
heeft een gebroken hart niet nodig.

ik droom van warme avonden
en witte perziken. er is ook muziek,
daar, onder de notenboom. en wijn,
met zicht op zee en 't zoet geraas
der wegen.

onze fietsen staan aan de krijtrotsen
van normandië, er waait een zachte wind
uit het oosten. achter ons ligt het land,
voor ons onze dromen

en die wolken,
die wolken in jouw ogen.

Wednesday, 19 May 2010

19052010

Ich bin die dreckige Daisy
Ich singe und tanz' in ein' Bar
Ein Mann der mich liebt wird's bereuen sehr schnell
'ne Nutte bin ich, das ist klar
Ein' riesen Schwanz 'rein das ist so wie's mir passt
Ich öffne mich nur für ein' Mann der mich hasst
Verschwinde du Schwächling, du ekelst mich an
Verpiss dich und such mir ein' richtigen Mann...

Ich bin die dreckige Daisy
Ich brauche nur Elend und Schmerz
Sei vorsichtig Junge, du bist in Gefahr
Ein Weib so wie ich hat kein Herz
So'ne schmutzige Schlampe, 'ne untreue Sau
Ein mieses Stück Scheisse, das weiss ich genau
Rück mir die Zunge aus, trinke mein Blut
Pinkel mich unter, dann fühl' ich mich gut...

Ich bin die dreckige Daisy
Die Liebe hat mir nichts gebracht
Du schickst mir ein Brief über uns und das Glück
Was hast du dir dabei gedacht
Du küsst mir die Füsse, das ist mir egal
Hau mich in die Fresse dann blas' ich noch mal
Bin ich dir Langweile, scher dich dann weg
Vergiss mich so schnell wie du kannst, ich bin Dreck...

Ich bin die dreckige Daisy
Ich singe und tanz' in ein' Bar
Du liebst mich, du bereust es sehr schnell
so'ne Schlampe bin ich, ist doch klar
Spuck mich und gib mir dein' Krankheit kado
Ich leck' dir die Stiefel zum Abschied im Klo
Schmeiss dir dein Mitleid zurück ins Gesicht
Geh' auf die Bühne und steh' in das Licht...

Hans Teeuwen - Dreckige Daisy

Monday, 17 May 2010

Geen Titel 38



så där ska jag skriva dig, Selma.
nu har våren kommit, ser du solen där oppe?
molnen är mina drömmar
och i dem är dina ögon.

ska du vila hos mig?

jag bor där vid fjorden,
där kan jag se moln, himmelens ögon,
och dina drömmar i ett svävande hav.

17052010

Jag är fattig bonddräng, men jag lever ändå. 
Dagar går och kommer, medan jag knogar på. 
Harvar, sår och plöjer, mockar, gräver och bär. 
Går bak mina oxar, hojtar visslar och svär.  
Jag är fattig bonddräng, och jag tuggar mitt snus. 
Och när lörda'n kommer, vill jag ta mig ett rus. 
Sen, när jag blitt livad vill jag tampas och slåss. 
Vila hos en flicka vill jag också, förstås.  
Sen, så kommer sönda'n, och då vill våran präst, 
att jag ska i kyrkan, men då sover jag mest. 
Prästen kan väl sova hela måndagen men, 
för en fattig bonddräng, börjar knoget igen.  
Så går hela veckan, alla dagar och år. 
Jag går med min lie, och jag plöjer och sår. 
Jag kör mina oxar och jag hässjar mitt hö. 
Harvar, gnor och trälar, och till sist ska jag dö.  
Står där, fattig bonddräng invid Himmelens port. 
Lite rädd och ledsen för de synder jag gjort. 
Man ska inte supa, hålls med flickor och slåss. 
Herren, Gud i Himlen, är väl missnöjd förstås.  
Men, då säger Herren: Fattig bonddräng, kom hit. 
Jag har sett din strävan och ditt eviga slit. 
Därför, fattig bonddräng, är Du välkommen här. 
Därför, fattig bonddräng, skall Du vara mig när.  
Åh, jag, fattig bonddräng står så still inför Gud. 
Och sen klär han på mig den mest snövita skrud. 
Nu Du, säger Herren, är ditt arbete slut. 
Nu Du, fattig bonddräng, nu får Du vila ut.
Astrid Lindgren - Fattig bonddräng (christopher sander version)

Thursday, 13 May 2010

Saturday, 1 May 2010

01052010


I am not a writer;
I have a way with words.

zo blijft de trein rijden
en de dronkaard spreken

Geen Titel 36


(http://www.lugassy.info/)

you talk like Marlene Dietrich
And you dance like Zizi Jeanmaire
Your clothes are all made by Balmain
And there's diamonds and pearls in your hair,
yes there are

(peter sarstedt - where do you go to my lovely)


Friday, 30 April 2010

30042010

F is for the fun we have together
R is for the rummy that we play
A is for the answers to my questions
N is for the nasal things you say

gracie, the nanny

Tuesday, 20 April 2010

21042010

de zon, die is als zomer.
de zon, die gaat steeds onder;
eindeloos, nooit echt.

Geen Titel 35



beautiful picture by athos burez

Friday, 16 April 2010

16042010

flickan från Vinga, hon heter väl Inga
men är det på kvällen, så heter hon Ellen

m. zetterlund
bedårande sommarvals

Wednesday, 14 April 2010

14042010

Hij droomde over de beren in de wolken en de talen van het zuiden. Een zuiden vol delta’s en varens en vruchtbaar slib, waar slaven werkten en de koningen eeuwig leefden. Ze spraken in vreemde tekens en waren oud als stof. Ze leefden als op andere planeten, hoog boven 1996, maar hadden ook oorlogen, tragedies, aardverschuivingen en verval gezien. Jarenlange oorlogen, landgrenzen verdwenen in zee en eilanden werden bergen. Verzwolgen steden en bevroren tropische rijken. Nu hadden ze vliegtuigen en toeristenbussen en hele snelle treinen. Nu was dat zuiden ook daar niet meer. Maar wel in het zand, in de lijnen in het zand, dat wegspoelde in de golven. Hij zou ze vinden, die landen, die planeten, en hij sprong tegen de golven met de handen in de lucht. De deining van de zee maakten hem ziek en bleek. Bleek als het strand, sein Zauberberg.

Noorwegen in de verte, achter de zee. Een eindeloze bocht wit zand omsloot het land, geen bomen hier, en daar wat gras. Grijs gras, neergeslagen door westenwind en golfstroom, die Jutland deden buigen. Niet voor de Kroon, maar voor de golven. De kerken waren laag, wit. De huizen saai, de mensen schaars. Geen kroon had hier gewoond, geen man had hier voor gekozen. Vluchten is laf, komen is waanzin, blijven is zwijgen.

Friday, 9 April 2010

09042010

En hijzelf, die buldert om niets,
hij gaat te bed liggen,
hij voelt of zijn hart nog wel klopt,
omdat heel z'n lichaam zo wonderlijk stil is,
hij drinkt en wordt niet dronken.

g. walschap
Houtekiet

Tuesday, 6 April 2010

Sunday, 4 April 2010

04042010

De koffie langs het bed,
de ring in jouw ogen.

Hier zijn de straten als straten
en de daken zijn de toeschouwers
van een koers, een ronde,

De daken zijn mijn horizon,
de wolken zijn mijn bomen,


de rivieren zijn recht
maar ze stromen nog wel
door een plat land van rondes
en koersen en de zon

Schijnt op het bed!,
de ring in jouw ogen.

(De stenen liggen zwart tegen 't water
De zon is nu gauw onder water.)

Friday, 2 April 2010

02042010

De weilanden waren leeg, de wolken pakten samen. De boeren bij de silo’s keken zwijgend naar het merkwaardige schepsel bij de ijzerbaan. Geen oker als het koren, maar zwart als een winterochtend. Het groen van zijn vest was geen onrijp graan, het blauw van zijn koffer was geen overall. Het rood van zijn hemd was geen Deense vlag. De rode boeren keken naar hun schoenen toen hij dichter kwam. “Een vreemde moet hier niet komen praten.”, dachten ze en ze glimlachten. Het regende op zee, maar de zon scheen nog op Sinkbæk, tussen de purperen wolken door. Het graan werd grijs, een landschap vol vlekken. Licht, wind en schaduw door elkaar, door het graan van Jutland.

01042010

kijk! de maan!
zo groot en gehuld in sluiers
als jouw ogen, als de mijne,
moe van 't schijnen.

maar schoon, ja,
zoo schoon
als een Deens strand
saai maar schoon
en zicht op zee

Monday, 22 March 2010

22032010

menneskelege vegger
som nærmar seg,
krinsar,
russar som dansar
hop! hop!

de dansar, sjå!, de dansar
vilt
ein til! ein til!

kontrabassar, trompetar
jo, de nærmar seg, sjå!

høga notar! høga notar
midt i natta!

Saturday, 20 March 2010

20032010

i ei verd av blitsar
skriver eg bildar,
stans, togn og
ro.

språket kviler i mine ord.

Thursday, 11 March 2010

Saturday, 6 March 2010

07032010


eit menneske skal ikkje sovne av trist
han skal ha draumar om mòler og havet
og giftarmålet deira.


18012010-06032010


TAUSHET

det oppstod ei pinlig togn mens
eg venta på sumaren
i vårens ljos

Sunday, 17 January 2010

Geen Titel 32

17012010


maar, daar is de zon al
en de sneeuw op de daken
en de klok aan de kerk.

de daken zijn de horizon,
de kerken zijn de bomen

mijn ogen zijn de ramen,
de ziener die ben ik.

Wednesday, 13 January 2010

13012010

Jeg ser

Jeg ser paa den hvide himmel,
jeg ser paa de graablaa skyer,
jeg ser paa den blodige sol.

Dette er altsaa verden.
Dette er altsaa klodernes hjem.

En regndraabe!

Jeg ser paa de høie huse,
jeg ser paa de tusende vinduer,
jeg ser paa det fjerne kirketaarn.

Dette er altsaa jorden.
Dette er altsaa menneskenes hjem.

De graablaa skyer samler sig. Solen blev borte.

Jeg ser paa de velklædte herrer,
jeg ser paa de smilende damer,
jeg ser paa de ludende heste.

Hvor de graablaa skyer blir tunge.

Jeg ser, jeg ser...
Jeg er vist kommet paa en feil klode!
Her er saa underligt...

Sigbjørn Obstfelder

Tuesday, 12 January 2010

Geen Titel 31


http://www.thingstoadopt.be//

Friday, 8 January 2010

Thursday, 7 January 2010

08012010

ja, men nu ska det vara något nytt.

här ser jag inga träd, inga moln,
inte ens horisonten.

här är det lika mörkt, men bilar går,
de glider över gatorna och stora torget.

jag ser en gata, grå och blå och röd
och grön,

som himmelen där jag bodde,
upp i skogen, där jag borde bo.
eko eko eko