langs half gesmolten sneeuw en galopperende
paarden, tussen kale bomen, groene bomen,
gele bomen
en de lege trein die beige door
mijn land rijdt
mijn land van katten en dromen
en schaatsende auto's vol truien
en gesprekken van moeders en vaders
bij een boom van herten en plastic wit
en ik galoppeer
bij de paarden met bevroren flanken
ik adem luid (ik zie mijn adem stomen)
ik galoppeer
ik vries niet vast
ik sta niet stil.
(dat moet ik denken hoor. en dat is ook zo.
want de dichter heeft de waarheid in pacht.)
No comments:
Post a Comment