Monday, 17 October 2011

171011

De bomen zijn er laag, en eeuwig groen, in het westerkerkhof in de koningsstad.

Dat ik net daar wandelde, was geen toeval. De noordse zon is mild, de stilte doet me goed. -stilte begeleid met mobiele muziek uit de heimat- stilletjes zing ik mee met soundtracks van melige films, met ballades van diva's lang vergeten. Ik kijk naar de namen, de vredige ruïnes, de moeite die men deed om het kerkhof aan te leggen. Met bomen en vijvers en paadjes in sterrenpatroon. Er zijn haast geen mensen, het is een doodgewone zondag in oktober. Ik merk dat ik spreek en mijn dagelijkse handelingen herhaal. Men zal zich douchen, scheren, eindelijk afwassen. Schrijven is het laatste waar ik aan denk wanneer Dion, C. haar laatste schrille tonen door mijn trommelvliezen blaast en ik ril van kippevel en adoratie.
En zo wandel ik verder, in het gezelschap van directeurs en sociaal-democraten; van trotse sufragettes en katholieke fabrikanten.

Het lijkt me geen toeval dat naast dat lommeroord van vredige dood een gevangenis ligt.
En tivoli blijft maar draaien in de verte.

No comments:

Post a Comment