Friday, 30 April 2010
30042010
Tuesday, 20 April 2010
Friday, 16 April 2010
16042010
Wednesday, 14 April 2010
14042010
Hij droomde over de beren in de wolken en de talen van het zuiden. Een zuiden vol delta’s en varens en vruchtbaar slib, waar slaven werkten en de koningen eeuwig leefden. Ze spraken in vreemde tekens en waren oud als stof. Ze leefden als op andere planeten, hoog boven 1996, maar hadden ook oorlogen, tragedies, aardverschuivingen en verval gezien. Jarenlange oorlogen, landgrenzen verdwenen in zee en eilanden werden bergen. Verzwolgen steden en bevroren tropische rijken. Nu hadden ze vliegtuigen en toeristenbussen en hele snelle treinen. Nu was dat zuiden ook daar niet meer. Maar wel in het zand, in de lijnen in het zand, dat wegspoelde in de golven. Hij zou ze vinden, die landen, die planeten, en hij sprong tegen de golven met de handen in de lucht. De deining van de zee maakten hem ziek en bleek. Bleek als het strand, sein Zauberberg.
Noorwegen in de verte, achter de zee. Een eindeloze bocht wit zand omsloot het land, geen bomen hier, en daar wat gras. Grijs gras, neergeslagen door westenwind en golfstroom, die Jutland deden buigen. Niet voor de Kroon, maar voor de golven. De kerken waren laag, wit. De huizen saai, de mensen schaars. Geen kroon had hier gewoond, geen man had hier voor gekozen. Vluchten is laf, komen is waanzin, blijven is zwijgen.
Friday, 9 April 2010
09042010
Tuesday, 6 April 2010
Sunday, 4 April 2010
04042010
Friday, 2 April 2010
02042010
De weilanden waren leeg, de wolken pakten samen. De boeren bij de silo’s keken zwijgend naar het merkwaardige schepsel bij de ijzerbaan. Geen oker als het koren, maar zwart als een winterochtend. Het groen van zijn vest was geen onrijp graan, het blauw van zijn koffer was geen overall. Het rood van zijn hemd was geen Deense vlag. De rode boeren keken naar hun schoenen toen hij dichter kwam. “Een vreemde moet hier niet komen praten.”, dachten ze en ze glimlachten. Het regende op zee, maar de zon scheen nog op Sinkbæk, tussen de purperen wolken door. Het graan werd grijs, een landschap vol vlekken. Licht, wind en schaduw door elkaar, door het graan van Jutland.